Wat is dyslexie?

 

We spreken van dyslexie als iemand niet goed kan lezen en/of spellen, ondanks het feit dat hij of zij goed onderwijs heeft gekregen en even slim is als de rest van de klas.

 

Het voornaamste probleem voor kinderen met leesproblemen is dat ze woorden te langzaam en soms ook fout herkennen. Zij weten vaak niet hoe ze het lezen van moeilijke woorden moeten aanpakken. Daarom raden ze naar die woorden. Het kan ook zijn dat ze wel weten wat ze moeten doen om goed te lezen, maar dat het ontsleutelen veel tijd kost. Dit houdt in dat dyslectische kinderen de informatie uit een tekst niet snel en/of niet goed kunnen opnemen, waardoor ze het gevoel krijgen dom te zijn en zich daardoor schamen ten opzichte van hun klasgenoten.

Toch hebben niet alle kinderen met leesproblemen ook dyslexie. Er zijn twee kenmerken. Aan beide kenmerken moet de leerling voldoen om van dyslexie te kunnen spreken:

 

Kenmerk 1: Achterstand

In de eerste plaats moet er sprake zijn van een significante achterstand op het gebied van lezen en/of spelling ten opzichte van leeftijdgenoten. De waargenomen achterstand mag niet het gevolg zijn van onvoldoende oefentijd en/of verkeerde instructie.

 

 Kenmerk 2: Moeilijkheden met de klankstructuur

In de tweede plaats moet de oorzaak van de problemen liggen in de verkeerde en/of vertraagde verwerking van klanken, zogenaamde fonologische problemen. Hierdoor ontstaan er ook problemen met het automatiseren. Terwijl niet-dyslectische kinderen een nieuw woord na het hooguit vier keer gezien te hebben, al moeiteloos herkennen, blijven woorden voor dyslectische kinderen veel langer ‘nieuw’.

Gelukkig zijn er mogelijkheden om de leesvaardigheid te verbeteren. Meestal gebeurt dat op school, maar soms in aanvullende begeleiding noodzakelijk. Leeskliniek heeft hiervoor een breed aanbod voor ouders, kinderen en school.

 

Wilt u nog meer weten over dyslexie? Kijk op de website van het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (NKD).